Mangs maak ik lui wat wijs, dat is wat anders dan liegen. Iemand de gek aansteken is vrij onschuldig, het heeft in ieder geval niks met pesten te maken. ‘Joa, mien oom werk’n vrogger in de skobpoal’n fabriek. Hij mos doar poal’n in-skobben.
De boer’n en de bieste hoalt van gladde poal’n. Ok lik’n hi-j likstien i’, hij had een onmeunige tonge en slobber’n de gaat’n d’r in veurdet ie een ijsie op hebt’. Enzovoorts.
Mensen denken daar zelden over na, dat sommige dieren geen nagels hebben om hun kont mee te krabben. Met een hoef en zo’n stram koeienlijf kun je moeilijk bij je rug komen om te krabben. Schobben, van schrobben en uitgesproken als skob’m, is schuren en ongerief verhelpen. Een soort krabben dus.
Met een zwiepende staart kun je een stekende daas belagen maar dat helpt niet wanneer je jeuk hebt.Je zult maar een gecoupeerde staart en jeuk hebben zonder iets in de buurt om tegenaan te schobben. Dat is zwaar kloten. Wanneer je ook nog vastgetimmerde hoefijzers hebt dan ben je helemaal de klos.
Niks zo bevrijdend als even fiks krabben wanneer je akelige jeuk hebt. Nou, daar is dus een skobpoale voor bedacht, een flink stuk hout om je keumes eens flink tegenaan te buffelen. Een oude verweerde skobpaal is pure romantiek of onbewuste kunst, een ex-boom met een gerieflijke holte vol vacht en brommende vliegen.
“Koe Bertha van ome Gait is zelfs Nederlands kampioen paaldansen geweest. Het beest had, bleek later, machtig last van schurftmijt. D’r hoeven waren wel mooi roze gelakt.” Ooit gaf ik dezelfde ome Gait een liksteen op z’n verjaardag, hij was zwaar beledigd maar m’n tante Bea was blij.
Je hoeft geen schobbejak te zijn om te snappen dat ‘schubjak’ een oude term is voor een wrijfpaal die in bomenarme weidegebieden werd geplaatst. Zulke palen zetten ze dus ook op stal of op de delle (deel, het achterste deel van de boerderij die dienst deed als beestenverblijf). Jak komt van de naam Jack en werd net als ‘Jan’ in Jan Hagel of Jan Doedel en ‘Hein’ in magere Hein, gebruikt als uitdrukking en woordsamenstelling. Een ‘schobber’ is een oud scheldwoord en komt van schurft, schooiers en sloebers met jeuk.
Op kunst en kitsch zag ik laatst dat een gesigneerde skobpoale van m’n oom inmiddels geld waard is. Hij deed dat met bloed.
