Toen mijn ouders mij een voornaan gaven kenden ze misschien de uitdrukking ‘Handige Harrie’ nog niet, anders hadden ze me wel anders genoemd. Dat bedacht ik me toen ik in ‘het grote geheime boek’ van Lutger Bakema en Rick Hoekstra zag hoe ik jerrycans onder een vlot kan knopen.
Ik heb al een jaar de planken én de jerrycans voor dat vlot klaarliggen, maar het wachten was op een goed idee om die jerrycans een beetje stevig onder dat vlot te krijgen. Uiteindelijk komt het neer op stevig watervast touw. Ja, heel simpel, maar ik zei al, ik ben de handigste niet. Lutger en Rick maken het vlot nog spannender: ze blazen vuilniszakken op en leggen daar de vlot-planken op. Daar zou ik het kanaal achter mijn huis dan weer niet mee op gaan.
Het Grote Geheime Boek is dan ook “voor piraten, ontdekkingsreizigers, tovenaars en superspeurders”, een andere doelgroep dus. Maar weet je dat er in die categorie ook heel veel mensen zijn die het leuk vinden er over te lezen, zonder het zelf te doen? Daarom heb ik genoten – en er ook wel een heleboel van opgestoken – van voorbeelden in het boek. Hoe je zelf een periscoop maakt, hoe je met melk een stevig plastic maakt waar je afgebroken stukjes plastic echt mee kunt repareren, ik las hoe je een kasteel kunt bouwen van suikerklontjes in plaats van lego en hoe je van citroenen een batterij maakt.
Je leert in het boek ook hoe je zelf een boemerang maakt. Om te proberen hoe dat werkt, geven de auteurs als tip, kun je eerst ook een kleintje maken waarmee je in de huiskamer kunt oefenen. Maar dan “ligt binnen de kortste keren de hele kamer overhoop.” Kijk, daar hou ik dan wel weer van. Want bij avonturen, geheimen ontdekken en lekker zelf een beetje prutsen, hoort ook dat het soms een beetje een troepje wordt. Alleen maar mooi toch?