Onze rookvrijheid valt ten prooi aan de discussie “maar je mag ook helemaal niks meer”. Een dooddoener, een domme opmerking die wel goed bij Johan Derksen past, die man die in de jaren 50 is blijven hangen met zijn denken.
Je mag in ons land roken dat het een hartenlust is. Het mag alleen op steeds minder plaatsen waar een ander er ook last van heeft. In de trein niet bijvoorbeeld, of in een klaslokaal. Stapje bij beetje wordt dat verder teruggedrongen. Zo mag je op het schoolplein ook niet meer roken. Maar op de HBO’s van Windesheim en Saxion is daar geen enkele controle op. Zo leer je studenten iets zinnigs te doen in de toekomst, maar tolereer je dat mederokers hun toekomst ontnomen wordt wegens onnodig want vermijdbaar opgelopen kanker.
Als niet-roker die beseft dat je van meeroken kanker kunt krijgen is het geen prettige gedachte in en voetbalstadion naast een roker te staan.
De route tussen station Groningen en het UMCG is een rookvrije zone geworden. Niet zo’n gek idee toch? Bij Isala staan rokers nog altijd gewoon voor de hoofdentree een sigaretje te doen. Soms ondersteund door een infuus op wieltjes. In Utrecht mag je ook niet meer roken in bushaltes. Ook ter bescherming van de mede-roker.
Een journalistiek beproefd model is kijken hoe ze het elders doen: ‘journalistiek naar analogie’ heet dat. Dat gaat wel eens fout. Dat we kijken naar het stikstofbeleid in Duitsland. Fout! Ons stikstofbeleid is een middel om schone lucht en schoon grondwater te krijgen. In Duitsland gebruiken ze andere middelen. Je moet dus vergelijken hoe ze in Duitsland lucht en water gezond houden.
Bij roken moet je ook oppassen appels met peren te vergelijken. Zo hebben Duitsland en Nederland allebei een beleid dat je op een schoolplein niet mag roken. In Nederland doet alleen niemand daar iets op uit. Dus de regel is wel hetzelfde, maar de manier waarop de samenleving dat accepteert is anders.
Dat heeft te maken met het bovenliggende doel. Onder aanvoering van de rooklobby heerst hier de opvatting dat we rokers pesten met steeds meer verboden (en steeds hogere prijzen). In veel andere landen gaat het niet om de roker, maar om de niet roker: díe moet beschermd worden. De roker moet zijn dingetje daarom maar doen op afgelegen plekken.
Naar analogie
Voorbeeld? Central Park en 5th Avenue in New York zijn rookvrije plekken. In Parijs geldt op de meeste terrassen ook een rookverbod. Net als in Spanje, waar dat per regio anders is: maar corona heeft een rookverbod op terrassen versneld.
Mooiste voorbeelden zijn rookverboden die wij hier niet zouden verwachten. Denk aan het gegeven dat er in Addis Abeba zo goed als niet gerookt wordt op straat. Het is daar niet eens verboden, het is een onderlinge afspraak tussen de stadsbewoners.
En dan Rusland, of beter Moskou: daar heb je het Gorkipark, vergelijkbaar met Central Park. Er geldt daar een rookverbod! Als je je er niet aan houdt, wordt je vriendelijk op de schouder getikt door andere bezoekers van het park. Zij komen er om een frisse neus te halen. Niet om in de kankerverwekkende uitlaat van rokers te staan.